Als uw medewerkers met vakantie gaan vragen ze verlof aan. Hoe zit het ook al weer met wettelijk en bovenwettelijk verlof? Wat vervalt nu wanneer?
Wettelijk verlof verplicht op te nemen
Bij wet is bepaald dat iedereen recht heeft op vakantie. Vier keer het aantal werkuren per week zijn vrije uren die niet uitbetaald mogen worden. Werkt een medewerker bijvoorbeeld 20 uur per week dan heeft hij of zij recht op 4×20= 80 uren verlof. Deze uren moeten als vrije tijd worden opgenomen en mogen dus niet worden uitbetaald. Let op: deze uren zijn niet onbepaald houdbaar! Na een half jaar vervallen ze per 1 juli van het jaar daarop.
In de praktijk zal op 1 juli 2016 de wettelijke verlofdagen uit 2015 vervallen. Zijn er medewerkers die die uren nog niet hebben opgemaakt dan mag u als werkgever de uren zonder pardon laten vervallen!
Uitzondering op de regel
Er is een uitzondering op bovenstaande regel. Als door omstandigheden op het werk het niet mogelijk was voor de werknemer om de wettelijke vakantiedagen op te nemen vervallen ze niet. U moet als werkgever verlof geven tenzij u een gegronde reden hebt om dat niet te doen. Op grond van deze regel mag de werknemer het wettelijk verlof behouden na de officiƫle vervalregel. Een gegronde regel kan zijn dat er te weinig personeel overblijft om het werkt te doen als u de medewerker vrijgeeft. Dit kan zijn door ziekte of planning.
Bovenwettelijk verlof
Geeft uw organisatie meer dan 4x de uren van de werkweek aan vakantiedagen, dan heten die dagen bovenwettelijke verlofdagen. Deze dagen blijven 5 jaar rechtsgeldig. Als u de werknemers de keuze wilt geven om verlof in te ruilen voor andere arbeidsomstandigheden, dan mag u dat alleen aanbieden met betaling van de bovenwettelijke vakantiedagen.